De 4de Industriële revolutie

Industrie 4.0 wordt gezien als de vierde industriële revolutie. Daarbij denk je misschien al gauw aan automatisering en efficiency. Toch is het veel meer dan dat. Revolutionair is het wat mij betreft pas als we een echte omslag maken. Als we anders gaan produceren: biobased, met hernieuwbare grondstoffen of volledig circulair.

Circulair in ontwerp

Onlangs hoorde ik op de radio een item over een boot die met een 3D-printer was gemaakt. De initiatiefnemers wilden hiervoor de plastic soep uit de oceaan nieuw leven inblazen. Een prachtig idee! De geprinte boot is deze zomer te water gelaten. Jammer genoeg is voor dit pilotmodel nog ‘nieuw’ plastic gebruikt. Terwijl er genoeg gebruikt plastic voor handen is, zou je zeggen. Helaas kunnen we daar op dit moment nog niet zo heel veel mee. Het ingezamelde plastic is te divers, scheiden is nog lastig en daarmee onbruikbaar als voer voor de 3D-printer. Gelukkig geven de initiatiefnemers het nog niet op. Zij proberen de boot zo op te bouwen, dat de materialen in de toekomst wel hergebruikt kunnen worden. Er komt statiegeld op de boot, zodat weer een nieuwe boot van het oude plastic kan worden geprint. Een prachtig voorbeeld van circulair produceren.

De volledige levenscyclus

Bij circulair produceren hou je bij de ontwikkeling van een product al rekening met de volledige levenscyclus. Welke materialen gebruik je, zijn slijtagegevoelige onderdelen eenvoudig te vervangen? Is het product aan het einde van zijn levenscyclus zodanig te ontmantelen dat de afzonderlijke delen en materialen weer hergebruikt kunnen worden? De procesindustrie kan wat dat betreft wel een voorbeeld nemen aan de bouw. Bij circulair bouwen krijgt elke steen een label, zodat je weet wat er in zit. Loopt het gebouw tegen het einde van zijn levenscyclus, dan kan elk afzonderlijk onderdeel teruggebracht worden als nieuwe grondstof. Om materialen makkelijk te kunnen demonteren en te scheiden, worden ze aan elkaar geschroefd in plaats van gelast. Met circulair produceren lever je ook een bijdrage aan de energietransitie. Het vervaardigen van geheel nieuwe producten vraagt immers veel energie, zeker als het om de complexe of chemische industrie gaat.

Van nieuw naar hernieuwbaar

Helaas gebeurt productie nu voor het overgrote deel nog heel traditioneel. Zo wordt voor plastic enorm veel ruwe aardolie gebruikt. Om dat te veranderen, is een hele klus. Toch is het mogelijk. In de eerste plaats kun je zoeken naar alternatieven voor de fossiele grondstoffen. Voor sommige toepassingen, zoals verpakkingen, zijn biobased producten prima mogelijk. In de fastfoodwereld worden daar nu al stappen in gezet. Daar worden steeds meer biobased plastics – met bijvoorbeeld suikerriet of maiszetmeel als basis – toegepast, waar tot voor kort traditioneel plastic voor werd gebruikt. Dat gebruik van hernieuwbare grondstoffen of biobased materialen kan natuurlijk breder getrokken worden dan alleen plastic. Vezels kun je maken van vlas of hennep, wortels zijn bij uitstek geschikt om een oranje kleurstof te maken.

Kan een product niet hergebruikt worden, dan komt het op de grote afvalberg terecht. Ik blijf nog even bij het plastic; waar de afvalverwerkers naar mogelijkheden zoeken om het scheidingsproces te verfijnen. Zo kunnen de verschillende soorten polymeren uit elkaar gehaald worden en hoeft niet elk stukje plastic als vuilniszak te eindigen.

Begin van een nieuwe industriële revolutie?

De ontwikkelingen gaan langzaam, te langzaam naar mijn smaak. Toch hoop ik dat we echt aan het begin van een nieuwe industriële revolutie staan. Dat we de omslag maken naar een duurzame samenleving, waarin we steeds minder weggooien en minder fossiele bonnen aanspreken. Misschien lukt dat nog net niet met Industrie 4.0, maar dan moet het toch zeker met Industrie 5.0 gaan gebeuren!

Benieuwd hoe wij jouw bedrijf naar Indurstry 4.0 brengen? Kom in contact met onze adviseurs of bel naar bel 085-0150009. AXXIA staat voor je klaar!

Dit artikel is geschreven door Henk Krols senior adviseur bij AXXIA. Bron: Process Control Magazine nr. 5-2021.